Hoofdstuk één start met de introductie van een aantal grondbegrippen: ‘worden-gewordene’, ‘eigene-vreemde’, ‘ziel-wereld’, ‘leven’, ‘tegenwoordigheid’, ‘tijd’, ‘natuur’, ‘geschiedenis’ en ‘cultuur'. De betekenis van deze begrippen wordt niet ‘gekend’ door middel van strikte definities, maar moet eerder ‘worden gevoeld, beleefd en geschouwd.’Volgens Spengler komt de elementaire structuur van het wakker-zijn – een vorm van bewustzijn van de mens – tot uiting in de tegenstelling tussen ziel...