De idee van ‘een wereldgeschiedenis van fysionomische aard’ is aan het eind van hoofdstuk 2, als laatste taak van de westerse filosofie, verbreed tot ‘de idee van een alomvattende symboliek’. Het onderzoek moet de innerlijke vorm en logica van het verleden vaststellen. De idee van het lot, als datgene wat de richting en het levensritme van culturen bepaalt, is het uiterste waartoe het kan doordringen. Toch vormt dit onderzoek enkel een fragment en de grondslag van een nog omvattender...