‘Alle kunst is expressieve taal.’ In eerste instantie is dit de taal van een ‘bewogen wezen dat alleen voor zich spreekt’. Pas bij de hogere kunst ontstaat een kunst voor toeschouwers en getuigen. Deze kunstzinnige expressie is volgens Spengler ornament dan wel imitatie. Imitatie gaat uit van een fysionomisch ‘jij’ dat ‘uitnodigt mee te bewegen op het levensritme’. Door dit ritme overbrugt men de kloof tussen microkosmos en macrokosmos. Elke religie doet hiertoe een poging. Het gaat om een...