Er bestaan in elke vroege periode twee ornamentele, niet-imiterende kunsten: bouwen en versieren. Bij het aanbreken van een grote cultuur verrijst het bouwwerk als ornament. De versiering dient het bouwwerk. Deze versiering komt pas op als de vroege vormenwereld zijn hoogtepunt bereikt. Pas aan het begin van de late periodes wordt de ornamentiek zelf een versiering van de architectonische omgeving. Als civilisatie aanbreekt verdwijnt echte ornamentiek en daarmee ook alle grote kunst. Er...