Boek 1 – Hoofdstuk 3 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 3

Hoofdstuk 3: Macrokosmos

btn opener Stijl stamt uit ‘de aard van de macrokosmos, uit het oersymbool van een grote cultuur’. Alleen de ‘als eenheid naar uitdrukking en betekenis toewerkende kunst van de grote culturen’ heeft stijl. De Russische ziel heeft nog geen duidelijke eigen stijl. De faustische stijl ontwaakte vlak voor het jaar 1000, toen was de idee van de vorm een onherroepelijk gegeven. Alleen de ontwikkeling ervan moest nog plaatsvinden. Het Egyptische oersymbool van de weg zag aan het begin van de vierde dynastie...

§ 12

De Egyptische stijl is uitdrukking van een dappere ziel: ‘Men waagde van alles, maar zweeg erover.’ In de faustische en sprekende cultuur wordt met de gotiek en de barok ‘de overwinning van het zware een motief van de vormentaal waarvan men zich voortdurend bewust is. De toneelstukken van Shakespeare spreken luidkeels over het wanhopige conflict tussen wil en wereld. De mens in de oudheid stond zwak tegenover de machten’. De Griek ontdekte een bedwelmende schoonheid in het verdragen en...
btn opener Spengler citeert Goethe: ‘heel de kunst als iets levends te beschouwen, dat noodzakelijkerwijs een onmerkbare oorsprong, een langzame groei, een glanzend ogenblik van volmaaktheid en een geleidelijke aftakeling moet kennen, net als elk ander organisch wezen, alleen in meerdere individuen’. Volgens Spengler bevat ‘deze zin … de hele morfologie van de kunstgeschiedenis’. Tot op heden ontbreekt het de kunstgeschiedenis volgens Spengler aan distantie: ‘De kunstgeschiedenis staat voor de opgaaf...