De renaissance krijgt vanuit Spenglers perspectief een specifieke betekenis. Renaissancekunst moet opgevat worden als ‘een opstand tegen de geest van de faustische, bosachtige muziek van het contrapunt’. Als pure tegenbeweging blijft ze afhankelijk van de vormen van de oerbeweging die zich in de gotiek uit. In de antieke tijd correspondeert met de renaissance de dionysische beweging, die anti-Dorisch was. Deze tegenbewegingen komen voort uit een verzet tegen en angst voor ‘de bezegeling van...