Boek 1 – Hoofdstuk 5 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 5

Hoofdstuk 5: Zielenbeeld en levensgevoel

btn opener Spengler gaat hier in op de vraag in hoeverre de westerse mens overeenkomt met het door hem gecreëerde zielsbeeld. Westerlingen meten de mens af aan zijn innerlijke en uiterlijke activiteit. Van daaruit beoordelen ze diens gewoontes, beweegredenen en overtuigingen. Dit wordt samengevat in het woord karakter. Karakter is verwant aan ‘wil’, en vormt het uitgangspunt van al onze ethische systemen. ‘Het karakter – dat wat zich in de stroom van de wereld vormt, de “persoonlijkheid”, de houding...

§ 5

Deze tegenstelling tussen strijdende innerlijke activiteit enerzijds en evenwichtige publieke houding anderzijds brengt twee verschillende tragedievormen voort. In de faustische tragedie ligt het zwaartepunt bij het karakter en niet bij de gebeurtenissen. De gebeurtenissen krijgen betekenis vanuit een psychisch coördinatenstelsel. Het westerse ik heeft tevens invloed op de gebeurtenissen, de apollinische mens niet, die heeft zich slechts een ideale houding aan te meten in de omstandigheden...
btn opener Het antieke theater wordt gekenmerkt door een koor, een menigte waartoe de hoofdpersoon zich verhoudt. Dit is de tegenhanger van de eenzame, verinnerlijkte mens en de monoloog van het westerse toneel. Karakter is iets wat iemand in en door zichzelf ontwikkelt, een houding daarentegen bestaat alleen in relatie tot anderen. Het koor is dientengevolge voor Spengler een symbool waarin het polis-begrip en de antieke onmogelijkheid alleen te blijven tot uitdrukking komen. In Shakespeares theater...