Aan alle kennis van de natuur ligt dus een religieus geloof ten grondslag. Wetenschap gaat uit van onbewuste vooronderstellingen en dogma’s die tot de vroegste periode van de bijbehorende cultuur te herleiden zijn. Het idee dat de natuurwetenschap als houding tegenover de wereld superieur is aan religie, is een vooroordeel van de stedelijke mens. Uit de geschiedenis van hoge culturen blijkt namelijk dat wetenschap een ‘laat en voorbijgaand schouwspel is’. Na enkele eeuwen maakt zij plaats...