Boek 1 – Hoofdstuk 6 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 6

Hoofdstuk 6: Faustische en apollinische natuurkennis

btn opener Het antieke polytheïsme gaat in de keizertijd over in magisch monotheïsme. Hoewel de oude namen nog wel gebruikt worden, worden de goden niet meer beleefd als plaatsgebonden en plastische wezens. Na verloop van tijd duiden de oude namen niet meer verschillende goden aan, maar verschillende gedaanten van de ‘ene’ god. Er is geen sprake meer van vermeerdering van goden maar van het opgenomen worden van verschillende goden in andere. Het standbeeld verdwijnt naar de achtergrond, en er komen...

§ 11

Het atheïsme is volgens Spengler nog niet naar zijn ware aard begrepen. Goed begrepen, aldus Spengler, is het atheïsme ‘de noodzakelijke uitdrukking … van een inherent voltooid, in zijn religieuze mogelijkheden uitgeput, aan het anorganische ten prooi vallend zielenleven’. Atheïsme is niet zozeer een bewuste mening; het kan zelfs samengaan met een verlangen naar religiositeit. Daarentegen is atheïsme wel een noodzakelijke historische toestand. Atheïsme hoort bij de grotestadsmens van de...
btn opener Systematische kennis is een constructie van de geest van rijpe culturen die zich conceptueel meester probeert te maken van de hem omringende wereld. Deze kennis heeft haar oorsprong in het gods- of godengevoel van de bijbehorende cultuur en heeft de kenmerken van de vormenwereld van de ziel waartoe ze behoort. ‘De grote levensvisies waren indertijd in gestalten, in goden uitgedrukt; vandaag de dag drukt men die uit in begrippen. Toentertijd was de productieve kracht groter, tegenwoordig is...