Het atheïsme is volgens Spengler nog niet naar zijn ware aard begrepen. Goed begrepen, aldus Spengler, is het atheïsme ‘de noodzakelijke uitdrukking … van een inherent voltooid, in zijn religieuze mogelijkheden uitgeput, aan het anorganische ten prooi vallend zielenleven’. Atheïsme is niet zozeer een bewuste mening; het kan zelfs samengaan met een verlangen naar religiositeit. Daarentegen is atheïsme wel een noodzakelijke historische toestand. Atheïsme hoort bij de grotestadsmens van de...