Relaties tussen culturen zijn secundair, de eigen ontplooiing van een cultuur primair. De systemen en oorzaak-gevolgrelaties die westerse historici over de geschiedenis heen projecteren bestaan in werkelijkheid enkel in hun eigen denkwereld, en hebben niets met de geschiedenis zelf van doen. De geschiedenis zelf gaat uit van bestaan en alle systemen zijn enkel uitdrukkingen van dit bestaan in het wakker-zijn. Om de werkelijke geschiedenis te doorgronden is het minstens even belangrijk om te zien welke invloeden niet doorwerkten vanuit de ene cultuur in de andere als welke invloeden dat wel deden. Ieder opgroeiend mens en elke levende cultuur heeft voortdurend duizenden en nog eens duizenden mogelijke invloeden om zich heen, waarvan er maar heel weinig als zodanig worden toegelaten en veruit het grootste deel niet. Wanneer er sprake is van contact tussen verschillende culturen is het steeds de jongste cultuur die bepaalt welke betekenis dit contact krijgt. Eeuwige waarheden hebben in elke cultuur, ondanks op elkaar lijkende formuleringen, altijd een andere betekenis. Dit is te zien aan de ‘drie Aristotelessen’ in antieke, magische en faustische cultuur, de twee verschillende vormen van het christendom van de magische en de faustische mens, of de geschiedenis van het Romeinse recht. Schijnbaar gaat het om één fenomeen, terwijl het er eigenlijk meerdere zijn. Spengler bespreekt de geschiedenis van het Romeinse recht.