‘Uit deze grootse intuïtie van symbolische ruimtelijke werelden volgt de laatste en afsluitende versie van de hele westerse wiskunde, de verbreding en vergeestelijking van de functietheorie tot de groepentheorie.’ De tijd van de grote wiskundigen is hiermee voorbij en daarmee heeft de wiskunde haar bestemming als afbeelding en ‘zuiverste uitdrukking van de idee van het faustische zielenleven’ vervuld. Wat overblijft zijn minutieuze uitwerkingen, afrondingen en verfijningen in plaats van...