Boek 1 – Hoofdstuk 2 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 2

Hoofdstuk 2: Het probleem van de wereldgeschiedenis

btn opener ‘Uit deze grootse intuïtie van symbolische ruimtelijke werelden volgt de laatste en afsluitende versie van de hele westerse wiskunde, de verbreding en vergeestelijking van de functietheorie tot de groepentheorie.’ De tijd van de grote wiskundigen is hiermee voorbij en daarmee heeft de wiskunde haar bestemming als afbeelding en ‘zuiverste uitdrukking van de idee van het faustische zielenleven’ vervuld. Wat overblijft zijn minutieuze uitwerkingen, afrondingen en verfijningen in plaats van...

§ 1

Volgens Spengler is het nu voor het eerst mogelijk een beeld van de geschiedenis te schetsen dat niet meer afhankelijk is van het toevallige (historische, culturele, politieke, persoonlijke) standpunt van de beschouwer. Hiervoor moet men een distantie tot het object verkrijgen die vergelijkbaar is met de manier waarop natuurwetenschappers de wereld ontwerpen alsof zij er zelf niet in aanwezig zijn. Het totaalbeeld van de wereldgeschiedenis moet gevat worden, inclusief het heden. Maar dit...
btn opener Dit ‘aanschouwen’ onderscheidt zich van het kennen van de natuurwetenschapper. Het gaat hier niet om een omvattend begrip van het wetmatig noodzakelijke. Veeleer is aanschouwen een belevingsactiviteit die, ‘doordat ze plaatsvindt, zelf geschiedenis is’. De aanschouwende blik kijkt naar wat geschiedt en gebeurt. Al het gebeuren is eenmalig en onherhaalbaar, van wetmatigheden en causale noodzakelijkheid is hier volgens Spengler geen sprake. Het wordende karakter van de geschiedenis verklaart...