Dit ‘aanschouwen’ onderscheidt zich van het kennen van de natuurwetenschapper. Het gaat hier niet om een omvattend begrip van het wetmatig noodzakelijke. Veeleer is aanschouwen een belevingsactiviteit die, ‘doordat ze plaatsvindt, zelf geschiedenis is’. De aanschouwende blik kijkt naar wat geschiedt en gebeurt. Al het gebeuren is eenmalig en onherhaalbaar, van wetmatigheden en causale noodzakelijkheid is hier volgens Spengler geen sprake. Het wordende karakter van de geschiedenis verklaart...