Boek 1 – Hoofdstuk 2 SAMENVATTING BIJ BOEK 1 – HOOFDSTUK 2

Hoofdstuk 2: Het probleem van de wereldgeschiedenis

btn opener Volgens Spengler is het nu voor het eerst mogelijk een beeld van de geschiedenis te schetsen dat niet meer afhankelijk is van het toevallige (historische, culturele, politieke, persoonlijke) standpunt van de beschouwer. Hiervoor moet men een distantie tot het object verkrijgen die vergelijkbaar is met de manier waarop natuurwetenschappers de wereld ontwerpen alsof zij er zelf niet in aanwezig zijn. Het totaalbeeld van de wereldgeschiedenis moet gevat worden, inclusief het heden. Maar dit...

§ 2

Dit ‘aanschouwen’ onderscheidt zich van het kennen van de natuurwetenschapper. Het gaat hier niet om een omvattend begrip van het wetmatig noodzakelijke. Veeleer is aanschouwen een belevingsactiviteit die, ‘doordat ze plaatsvindt, zelf geschiedenis is’. De aanschouwende blik kijkt naar wat geschiedt en gebeurt. Al het gebeuren is eenmalig en onherhaalbaar, van wetmatigheden en causale noodzakelijkheid is hier volgens Spengler geen sprake. Het wordende karakter van de geschiedenis verklaart...
btn opener Niettegenstaande de gelijkwaardigheid van beide wereldbeelden is, net zoals het worden aan het gewordene ten grondslag ligt, geschiedenis de oorspronkelijke en natuur de latere wereldvorm. Met ‘oorspronkelijke’ wereldvorm doelt Spengler op de ‘duistere oerzielachtige omringende wereld van de vroegste mensheid’. Het gaat hier om de mensheid voor het ontstaan van grote culturen. Natuur is een vorm van werkelijkheidsbezit die enkel voor bewoners van grote steden van late culturen mogelijk is,...